Het is zondag en
rustig in de tuin, het zonnetje schijnt en de mensen van Pip zitten lekker aan
de tafel. Pip sluipt door het gras, op zoek naar iets wat wil bewegen om te
spelen. Daar ligt een stokje, dat is leuk! Pip voetbalt een beetje en gooit het
stokje in de lucht, vangt het op en rolt op zijn rug. Met zijn sterke klauwen
probeert hij het stokje tussen zijn kaken te krijgen om het te slopen. Maar, oh
jeetje, het stokje werkt niet mee. Het breekt in stukjes en Pip staat snel op
om zijn bekje leeg te gooien.
Zijn mens staat
op om te kijken wat er gebeurt en Pip rent onder zijn tuinbank en friemelt met
zijn pootjes om het restje uit zijn bek te krijgen. Niets helpt. Zijn mens wil
graag helpen maar Pip vindt dat niet goed, met nagels en kracht duwt hij de
mensenhand weg.
De rest van de
avond en de nacht is Pip bezig met het stokje uit zijn bekje te krijgen. Zijn
mensen zijn bezorgd. Pip slaapt wel lekker, maar bij het wakker worden zit het
stokje er nog steeds. Zijn eten laat hij staan en zijn voetjes zijn helemaal
nat van het friemelen in zijn bekje.
(Mens belt op
kantoor met de dierendokter en die zegt dat Pip ’s middags maar op bezoek moet
komen. Mens maakt zich zorgen want Pip heeft slechte ervaringen met zijn
kattenmand) Hoe het verder gaat……
Die middag wordt
Pip wakker op het donzen dekbed. Hij
voelt zich lamlendig en loopt vertraagd de trap af. Zijn mens is net
thuisgekomen en roept. Eigenlijk wil Pip blijven liggen. Tegen de gewoonte in
tilt zijn mens hem op en knuffelt fijn en loopt de hal in. Voordat Pip het
doorheeft zit hij in de blauwe bak. Diezelfde bak waarmee hij uit het asiel
kwam. Naar buiten en in het huis op wielen. Pip roept dat hij het niet fijn
vindt, maar zijn mens rijdt door. Dan gaat de bak open en zijn er allemaal
gezellige nieuwe mensen. Een mens aait hem fijn en de andere doet zijn bekje
open en voordat hij kan zeggen dat ie het niet fijn vindt, ligt er een stokje
op de tafel! Dat voelt al veel beter. Dan mag hij op de tafel zitten en kijken
de mensen overal. In zijn bipsen, in zijn oren en diep in zijn ogen. Pip heeft
geen flauw benul wat er gebeurt maar hij wordt wel heerlijk gekriebeld. Even
jeuk aan zijn oor en een wazig oog en tilt een mens hem op. Pip wil hier
blijven en klampt zich vast aan het mens. Die schrikt want Pip was zijn nagels
vergeten in te trekken. In de blauwe bak en weer terug naar huis.
Thuisgekomen eet
Pip heerlijk zijn eten en drinkt bijna zijn hele bakje leeg. Zo, de schade is
weer ingehaald. Pip mag naar buiten en ondanks dat de vogels wazig klinken,
gaat hij heerlijk in de tuin zitten, op de tafel. Hij kijkt toe hoe zijn mens
alle losse takjes opruimt.