Ik ben Pip de poezenman.Ik ben een prachtige zwarte (je-weet-wel) kater. Ik ben gevonden, heb even asiel gezocht in Kampen en ben nu woonachtig in de hipste stad van het land.
vendredi 18 mai 2012
Het is voorjaar
Het is duidelijk voorjaar. Pip heeft jeuk in de neus van het stuifmeel en in de tuin is het een komen en gaan van vogels die vliegjes zoeken en pieren trekken. Pip geniet van het zonnetje en het heerlijke gras, goed voor de haarballen. Maar Pip heeft ook een rare rommel in zijn buikje en zijn bloed stroomt zo snel door de aderen. Het lijkt wel of hij jarig is.
De trui van zijn mens ruikt erg lekker en af en toe moet Pip gewoon op de arm van zijn mens gaan zitten, het boordje van de mouw in zijn bekje nemen en dan, tja wat dan ook alweer? Iets in zijn geheugen zegt dat hij als stoere kater iets moet vooral in deze tijd van het jaar. Pip weet het niet meer en kijkt een beetje wezenloos voor zich uit.
Zijn mens trekt zijn arm weg en zegt: ‘doe maar niet Pip’. Maar gisteren werd hij er zo boos om, dat hij hard in de hand van zijn mens beet. Ze schrokken er allebei van. Pip schoot onder de tafel en zijn mens wreef over zijn hand. Pip schudde zijn hoofdje even en klom op de tafel en gaf zijn mens een reuze kopje, Pip kon het gewoon niet helpen.
Pip’s mensen hebben even gebeld met de dierendokter en op hun advies nu afgesproken dat als hij ook maar aanstalten maakt, ze opstaan en weglopen. Misschien dat het Pipje helpt. Het leven van een stoere je-weet-wel kater gaat niet over rozen, vooral niet in het voorjaar!
Inscription à :
Publier les commentaires (Atom)
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire