lundi 19 mars 2012

Pip geniet van de zon

Vandaag zijn allebei de mensen van Pip thuis. Dat is prettig want dan staat de tuindeur open en kan Pip in- en uitlopen wanneer hij daar zin in heeft. Een van zijn mensen zit achter de pc te werken en de ander werkt wat de tuin. Pip besluit om het tuinmens gezelschap te houden.
Pip schuift eerst mee naar de plekken waar zijn mens in de weer is met takjes en aarde. Maar Pip vindt het veel fijner om met zijn snoetje in de zon te zitten en met prikoogjes te kijken wat er voorbij komt vliegen. Maar de terrastegels zijn zo koud aan de bipsen. Daar heeft Pip wat op gevonden.
In de hoek van het terras staat een grote terracotta pot in de zon. Soepel springt Pip erin en gaat heerlijk zitten, snoetje in de zon en een half oog op de voorbijvliegende vogels. En ach, die aardbeienplantjes waar Pip met zijn zware gat op zit, die komen echt wel op, geen zorgen wat Pip betreft. Als zijn andere mens met haar camera naar buiten komt, is voor Pip de lol eraf. Hij springt op een stoel die ook prettuig in de zon staat en warmt zijn vachtje.
Straks nog even wat gras eten, maar nu eerst een heerlijk dutje in de zon.

dimanche 4 mars 2012

Pip vangt een vogeltje


Pip vangt een vogeltje

Je kan voelen dat het alweer voorjaar wordt. De lucht is helder, de kamperfolie loopt alweer uit en de vogels gaan willig in op elkaars avances. Voor Pip reden temeer om meer tijd in de tuin door te brengen.

Na de middag-dut bij het schaatsen, Pip vindt dat zeer slaapverwekkend, rekt Pip het vege lijf en begeeft zich in zijn tuin. Het is prettig qua temperatuur en het wordt al wat groener in de omgeving. Pip drinkt wat water en loopt een spinnetje over het terras achterna. Te klein, niet de moeite waard. Dan loopt hij over zijn vaste pad naar het midden van het gazon. Het gras is nog een beetje nat, dus schud hij af en toe zijn voetjes uit. Op het moment dat Pip heeft besloten dat dit een goede plaats is om alles te overzien, scheert er een klein geel vogeltje over zijn hoofd. Pip is meteen gespannen en kijkt wat de vogel van hem blieft.

Daar, aan de pergola, hangt tussen de rozentakken een klein houten huisje. Pip heeft daar nooit het nut van ingezien, zijn mensen hebben duidelijk niet met zijn formaat rekening gehouden toen ze dit gezellige huisje kochten. Nu zat het kleine vogeltje op een tak van de perenboom en riep naar zijn vrouw. Nou spreekt Pip geen “koolmees” maar hij begreep het wel: deze jongelui willen komen wonen in zijn tuin. Dit moest hij eens bestuderen. Al snel heeft Pip de routine door: het mannetje komt aanvliegen met een takje dan gaat hij het huisje in en komt er weer uit zonder. Gaat op de tak van de rozen zitten of in de perenboom. Dan roept hij en komt het vrouwtje met een pluisje of een strootje en gaat het huisje in. Met een lege snavel komt zij het huisje uit en vliegt haar man achterna. Pip begrijpt er niets van!

Toen hij pas op de televisie een mens had gezien met wuivend haar, die ook dingen liet verdwijnen had Pip het meteen door, dat was gewoon een kwestie van de mensen voor de gek houden. Maar dit was andere koek. Pip sloop onder de rozenstruik en keek omhoog, achter het houten huisje zat vast ook zo’n zwart gordijn en daar vielen de takjes en strootjes weer naar beneden. Maar nee, niets te zien. Pip zette zijn voorpootjes tegen de paal om de zaken van dichterbij te bestuderen: en dat was fijn. Eens even heerlijk de nageltjes slijpen, handig als hij straks die kleine rakkers zou gaan vangen!
He, onder de plant met de bolletjes zat een lijster, dat is pas een bek vol! Pip sloop voorzichtig naar de andere hoek van de tuin, stil zitten, loeren, billen los schudden en een enorme sprong! Pip zat er maar net naast. Tijd voor een brokje en de lijster zong zijn mooiste lied, hoog in de boom. Omdat het voorjaar wordt.

jeudi 1 mars 2012

Pip is alleen thuis

Toen Pip ging slapen, ging zijn mens weg. Hoe kon Pip nou weten dat hij het hele weekend alleen zou zijn en dat Buurman H. hem zou komen eten geven. Pip rook zijn kans en maakte een fijn holletje in het bed van zijn mens. Zodanig dat hij in het dekbed lag, met zijn hoofd op het kussen, dat is beter dan zijn fleece dekentje aan het voeteneind. Wat wel lastig is, als zijn mensen weg zijn, is dat hij niet naar buiten kan, maar gelukkig stond er een raampje open waar hij lekker een frisse neus kan halen. Buurman H. serveerde heerlijke hapjes en schoon water en legde de post neer zodat Pip dat even kon controleren. Op een middag, hij had al zes keer eten van Buurman H. gekregen, hoorde hij beneden geluid. Daar waren zijn mensen. Blij kwakend holde hij de trap af naar beneden en gaf zoveel kopjes dat zijn oortjes er warm van werden. Ook liet hij wat feest mauwtjes horen om de stemming te verhogen. Zijn mens gaf hem een lekker hapje eten en zijn andere mens was in een ver land geweest: Pip moest wel een kwartier snuffen aan de broek waar zijn mens geweest was. Na het eten ging hij gezellig tussen zijn mensen in liggen en liet voor het eerst horen hoe hard hij kon spinnen. Zijn mensen waren helemaal vertederd door deze nieuwe sensatie en kriebelde hem lekker in slaap.

Pip gaat op wintersport

De dag was al begonnen met lichte regen en gedoe. Pip maakt een snelle ronde door de tuin en gaat dan meteen terug naar zijn dekentje op het bed van zijn mens. Geen weer voor stoere katers. 's Middags als zijn mensen thuis komen is het een ander verhaal: in de tuin ligt een dik pak sneeuw! De waterbakken zijn een heuveltje geworden en met veel moeite vindt de merel nog een laatste rozenbottel. Pip kijkt vanuit de deuropening zijn domein eens aan, kijkt zijn mensen aan en dan... neemt hij een reuzensprong, ploegt een pad door de sneeuw en is gek op de kleine sneeuwballetjes die door zijn mensen in de tuin worden gegooid!  Als een sneeuwschuiver ploegt hij de hele tuin om, voeten eerst, snuitje erachteraan. Nog leuker is als zijn mens met een bezem de mat schoonveegt: grote brokken sneeuw belanden op wat ooit het gazon was en Pip weet niet welke kant hij opmoet om ze allemaal te vangen. Zijn mensen moeten lachen, maar Pip heeft een doodserieus gezicht. Met sneeuw tot op zijn neus.
Alsof er op een knop is gedrukt stuift hij de tuin uit en ploegt de tuin van de buren om. Dan via het voormalige pioenrozenvak, onder de schutting door naar de tuin van de buren op de hoek. Aan de stuivende sneeuw kunnen zijn mensen zien waar Pip is. Dan is het even stil. Met een hoge rug en zijn staart in een vraagteken, stormt Pip zijn tuin weer in, klimt met twee sprongen in de boom en laat het nog eens zachtjes sneeuwen. Dan nog een duik in de sneeuw en het is genoeg geweest. Gauw naar binnen en op de trui van zijn mens liggen. Door de sneeuw zijn zijn witte sokken weer stralend wit en worden de roze teentjes warm gewassen. Het is tijd voor een dutje.

Pip jaagt een indringer weg

Dikkie Pip at die ochtend snel zijn bakje leeg, want hij mocht naar buiten toen het nog donker was! Snel bakje leeg, toch proberen het bodempje eruit te likken en snorlikkend naar de grote deur.
Zijn mens stond al klaar,en zo hoort het ook, en deed de grote deur open. Oei, wat een lekkere luchtjes en die zingende vogeltjes, ach die bewaarde Dikkie Pip voor later. Daar, achter in de tuin, onder de verdorde bladeren van de pioenrozen, daar zat iets. Dikkie Pip zette zijn ogen extra scherp en liet zijn gevaarlijk leeuwengrom van diep uit zijn keeltje komen. Weer bewoog er iets, het was toch niet… En ja hoor, daar kwam hij tevoorschijn, de nieuwe dikke cyper van verderop. Woont hier nog niet zo lang en Dikkie Pip had al eens naar hem geblazen. Heel voorzichtig liep Dikkie Pip naar de indringer toe, die zich snel uit de voeten maakte. Hij moest eens weten dat hij minstens twee kilo zwaarder was dan Dikkie Pip, maar het is een beetje een domme kat, dacht onze Pip. Toen kreeg hij een plan: hij liep op fluwelen pootjes onder de boom bij het hek. Kroop onder de rode bessenstruik en ging zachtjes achter de hortensia’s zitten. Als de dikke cyper nu het gras op zou komen had hij hem zo in de kraag! Dikkie Pip bleef grommen en als zijn mens even kwam kijken, gaf hij een blij kwaakje en verschool zich weer in zijn hide-out. Na twintig minuten, behaaglijk gelegen te hebben, had Dikkie Pip de dikke cyper weg gegromd en kon hij opgetogen naar binnen. Daar kreeg hij fijne aaien omdat hij zo’n dappere kater was die zijn tuin met verve had verdedigd. En zo’n brokje wat naar vis smaakt en je lollig achteraan kan rennen. Dikkie Pip ging tevreden in zijn mandje liggen en viel in een diepe slaap, dromend over zijn glorieuze overwinning.

Pip op de laptop

Het mens van Pip zit rustig te werken. Pip komt naar boven en verschuilt zich achter de klep van de laptop. Hij drukt zich zo in elkaar dat hij achter de 17 inch past.
Met zijn pootjes schrijft hij wartaal op het toetsenbord. Zijn staart wordt dikker en beneden is rumoer te horen. En ja hoor: Eline komt met de stofzuiger de trap op.
Pip kijkt zijn mens aan met een blik “stuur haar weg, stuur haar weg!”. Gelukkig is er een weg tussenuit, want Eline en het mens maken even een praatje en dat geeft Pip een voorsprong om snel naar beneden te gaan.

Pip kijkt tv

Vorige week waren de mensen van Pip naar boven gegaan. Ze besloten om nog even naar de tv te kijken want er was een mooi programma over de trek van de sneeuwgans en de gevaren die zij op hun lange tocht lopen.
Normaal gaat Pip aan het voeteneind van zijn mens liggen, likt nog wat haren plat, inspecteert zijn voetjes of ze wel schoon zijn en draait zich vervolgens tevreden op zijn dekentje in de krul, neus in de staart en wil dan ook niet meer gestoord worden. Deze avond was anders. Toen Pip boven kwam hoorde hij vogels in nood en begon te zoeken. Daar klonk ook nog eens de roep van de zee arend, die kent Pip namelijk. Toen er ook nog eens een brul van een beer bij kwam die op zalm aan het jagen was, was voor onze Pip de maat vol. Hier moest opgetreden worden, en wel direct.
Pipje sloop voorzichtig in de richting van het licht en het geluid. Op het oplichtende vlak zag hij de beer en de sappige zalmen en toen een adelaar. Daar verschoot het licht en kwam er een hele troep sneeuwganzen voorbij vliegen. Pip nam plaats op het bed van zijn andere mens en keek gefascineerd naar het lichte vlak. Zijn ogen werden er groot van. Hij hoorde wel dat zijn mensen even moesten lachen, maar hij wist het zeker: straks komen de ganzen de kamer invliegen en kan hij ze zo uit de lucht pakken. Zijn voorpootje kwam al los van het bed. Zachtjes begon zijn bekje al kauwbewegingen te maken en blafte hij zachtjes tegen de ganzen dat hij het snel en pijnloos zou doen.
Alsof er iemand had meegekeken verdwenen plots de sneeuwganzen en kwamen er lettertjes op het lichte vlak, blijkbaar wilde het lichte vlak de ganzen nog even een voorsprong geven. En de beren en de adelaar. Pip vond het wel goed en gunde ze de voorsprong. Het lichte vlak ging weg en de mensen gingen slapen. Pip ging op zijn dekentje liggen en spitste zijn oren, de sneeuwganzen konden ieder moment de kamer binnen komen vliegen. Zachtjes viel hij in slaap en droomde dat hij achter ze aanzat. En hij ving ze allemaal!