Pip vangt een vogeltje
Je kan
voelen dat het alweer voorjaar wordt. De lucht is helder, de kamperfolie loopt
alweer uit en de vogels gaan willig in op elkaars avances. Voor Pip reden
temeer om meer tijd in de tuin door te brengen.
Na de
middag-dut bij het schaatsen, Pip vindt dat zeer slaapverwekkend, rekt Pip het
vege lijf en begeeft zich in zijn tuin. Het is prettig qua temperatuur en het
wordt al wat groener in de omgeving. Pip drinkt wat water en loopt een
spinnetje over het terras achterna. Te klein, niet de moeite waard. Dan loopt
hij over zijn vaste pad naar het midden van het gazon. Het gras is nog een
beetje nat, dus schud hij af en toe zijn voetjes uit. Op het moment dat Pip
heeft besloten dat dit een goede plaats is om alles te overzien, scheert er een
klein geel vogeltje over zijn hoofd. Pip is meteen gespannen en kijkt wat de
vogel van hem blieft.
Daar, aan
de pergola, hangt tussen de rozentakken een klein houten huisje. Pip heeft daar
nooit het nut van ingezien, zijn mensen hebben duidelijk niet met zijn formaat
rekening gehouden toen ze dit gezellige huisje kochten. Nu zat het kleine
vogeltje op een tak van de perenboom en riep naar zijn vrouw. Nou spreekt Pip
geen “koolmees” maar hij begreep het wel: deze jongelui willen komen wonen in
zijn tuin. Dit moest hij eens bestuderen. Al snel heeft Pip de routine door:
het mannetje komt aanvliegen met een takje dan gaat hij het huisje in en komt
er weer uit zonder. Gaat op de tak van de rozen zitten of in de perenboom. Dan
roept hij en komt het vrouwtje met een pluisje of een strootje en gaat het
huisje in. Met een lege snavel komt zij het huisje uit en vliegt haar man
achterna. Pip begrijpt er niets van!
Toen hij
pas op de televisie een mens had gezien met wuivend haar, die ook dingen liet
verdwijnen had Pip het meteen door, dat was gewoon een kwestie van de mensen
voor de gek houden. Maar dit was andere koek. Pip sloop onder de rozenstruik en
keek omhoog, achter het houten huisje zat vast ook zo’n zwart gordijn en daar
vielen de takjes en strootjes weer naar beneden. Maar nee, niets te zien. Pip
zette zijn voorpootjes tegen de paal om de zaken van dichterbij te bestuderen:
en dat was fijn. Eens even heerlijk de nageltjes slijpen, handig als hij straks
die kleine rakkers zou gaan vangen!
He, onder
de plant met de bolletjes zat een lijster, dat is pas een bek vol! Pip sloop
voorzichtig naar de andere hoek van de tuin, stil zitten, loeren, billen los
schudden en een enorme sprong! Pip zat er maar net naast. Tijd voor een brokje
en de lijster zong zijn mooiste lied, hoog in de boom. Omdat het voorjaar
wordt.